-
1 iemand een trap nageven
iemand een trap nagevendonner le coup de pied de l'âne à qn. -
2 iemand een trap nageven
iemand een trap nagevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een trap nageven
-
3 trap
♦voorbeelden:de trap afgaan • descendre l'escalierde trap opgaan • monter l'escalierop de trap • dans l'escalierop één trap wonen • habiter sur le même palieriemand een trap geven • donner un coup de pied à qn.〈 figuurlijk〉 iemand een trap nageven • donner le coup de pied de l'âne à qn.een hoge trap van ontwikkeling • un haut niveau de civilisationde overtreffende trap • le superlatifde vergrotende, vergelijkende trap • le comparatif5 op de hoogste trap van de maatschappelijke ladder staan • se trouver au plus haut degré de l'échelle sociale -
4 trap
2 [schop] kick3 [het trappen op de fiets] pedalling4 [graad, mate] level5 [stadium] stage6 [trede] step7 [taalkunde] degree8 [deel van een raket] stage♦voorbeelden:de trap afgaan • go down(stairs)de trap afhollen • charge down the stairsiemand de trap afschoppen • kick someone downstairstrappen lopen • go up and down stairsde trap opgaan • go upstairsboven/onder/beneden aan de trap • at the head/at the foot/bottom of the stairsvan de trap vallen • fall down the stairsovertreffende trap • superlativestellende trap • positivevergrotende trap • comparative -
5 kruis
♦voorbeelden:iemand het heilig kruis (achter)nageven • souhaiter bon vent à qn. 〈 ironisch〉het Rode Kruis • la Croix-Rougeieder moet zijn eigen kruis dragen • chacun doit porter sa croix〈figuurlijk; Algemeen Zuid-Nederlands〉 een kruis maken over iets • 〈 het opgeven〉 faire une croix sur qc.; 〈 er niet meer over praten〉 passer l'éponge sur qc.met een kruisje ondertekenen • signer d'une croixeen kruis slaan • se signerhet grondvlak van de kerk vormt een kruis • le plan de l'église est cruciformeiemand aan het kruis slaan • crucifier qn.iemand aan het kruis nagelen • clouer qn. sur la croixzich in zijn kruis getast voelen • 〈 gekrenkt〉 se sentir piqué au vif; 〈 onheus bejegend〉 avoir l'impression de s'être fait rouler→ link=huis huis
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский